Zoals hiervoor al aangehaald was Theo Strunk inmiddels voor zichzelf begonnen. Theo Strunk was een goede intoneur en hij had ook een paar andere goede vakmensen
(zoals Julius Gaal en Ernst Leeflang) bij Standaart weggetrokken. Dit moet voor Standaart duidelijk een verzwalkking zijn geweest en ook kreeg hij te maken met meer concurrentie want behalve het binnenhalen van opdrachten voor nieuwe orgels probeerde Strunk ook onderhoudstaken van Standaart over te nemen.
Dit leverde af en toe tot conflicten tussen Standaart en Strunk.
ln 1929 werd het eerste VARA-orgel gebouwd.
Labiaal Klarinet
Naast de pianoconsoles ontwikkelde Standaart ook nog theaterorgels andere type consoles. Kleine compacte orgels met twee manualen en drie tot zeven stemmen, met een "straight" console, maar ook in "horseshoe" uitvoering, dus zonder ingebouwde piano. Men spreekt in een advertentie in 1928 over "Wonderorgels voor kleine theaters", vanaf fl. 6800,-. In een kerk in Veenhuizen staat een klein Standaart orgel en dit is waarschijnlijk het oudste nog overgebleven Standaart theaterorgel. Helaas is het in niet zo'n beste staat en mist het de vox humana en de percussie sinds het in 1960 in de kerk werd geplaatst. Waarschijnlijk was het oorspronkelijk afkomstig uit een theater in Tilburg.
Ook het Schiedamse Tivoli orgel (later van de heer Paap en nu eigendom NOF) stamt waarschijnlijk uit diezelfde tijd.
Ontstaan
In het kort het ontstaan van de N.V. Standaart's Orgelfabrieken.
Opgericht rond 1904 als voortzetting van orgelbouwer "Kam en Van der Meulen" waren de activiteiten toentertijd vooral gericht op kerkorgels. Standaart bouwde een vrij goede naam op, de zaken liepen voorspoedig, het personeel breidde uit en de fabriek verhuisde van Rotterdam naar Schiedam. In 1923 zou er al sprake zijn geweest van 40 man personeel en later meer dan 60 man. Geen kleine jongen dus in deze branche!