Het toetsrelaissysteem:
Elk klavier (manuaal) kan een aantal registers bespelen/ bedienen.
Onder de toetsen van een klavier kunnen onmogelijk zoveel contactveren op blokjes (BL) worden aangebracht als er registers zijn.
Bij een heel klein orgel, met bijvoorbeeld vier registers, zou dat nog wel kunnen: er zijn dan minimaal vijf contactveren nodig: één voor de plus die dan naar de vier stemmen kan worden doorgeschakeld.
Er moet dus een systeem zijn om het door de toets gemaakte contact te vermenigvuldigen tot het aantal registers: dat systeem is het toetsrelais.
De toets bedient een magneet die op zijn beurt een balgje (B) bedient dat het contactblad (K) alle contactveertjes van spanning voorziet.
Rusttoestand: winddruk in relaiskast heeft toegang tot het balgje via geopend magneetklepje (MK). Het veertje (V) houdt de balg omhoog.
Bij het indrukken van een toets wordt de resp. toetsmagneet bekrachtigd: het magneetklepje wordt aangetrokken en sluit de windtoevoer naar het balgje af: de wind in de relaiskast drukt het balgje naar beneden waardoor het contactblad de + spanning doorgeeft naar het registerrelais.
Heeft u verder nog vragen of wilt u graag meer weten ?
Er zijn verschillende technische teams die verbonden zijn bij de theaterorgels.
Een ieder staat u graag te woord bij de theaterorgels. Kom eens langs bij een concert of open dag.