City-orgel
Strunk maakte voor het Cityorgel ook gebruik van materiaal dat hij nog had liggen, inclusief sommige kerkorgel windladen en stemmen. Dat het orgel toch nog zo aardig voor de dag kwam lag voornamelijk aan de (toen nog) goede akoestiek van de zaal (1830 mensen!) en natuurlijk ook door de kwaliteit van Cor Steyn die juist vanuit City zijn populariteit nog verder zou uitbouwen. Zijn ritmische spel paste uitstekend bij dit orgel.
ln 1937 leverde Strunk aan het Amsterdamse Rembrandt Theater zijn derde grote theaterorgel op. Dit theater had al een orgel traditie want tot 1927 stond hier een 2 klaviers Oskalyd orgel. In dat jaar werd het vervangen door een 3 klaviers Standaart orgel dat in 1937 weer werd vervangen door een 4 klaviers Strunk orgel.
Dit Rembrandt Theater (1200 mensen) was de grote tegenhanger van het Tuschinski Theater. Draaide Tuschinski voornamelijk op de Amerikaanse filmindustrie, Rembrandt was van het Duitse UFO concern en draaide voornamelijk films van Duitse origine. In 1943 is het theater afgebrand (aangestoken) en daarbij is helaas ook het orgel verloren gegaan.
De specificatie van dit instrument is niet bekend, maar er werd het volgende over geschreven (overgenomen uit scriptie Leonie de Waal):
"Er zal een orgel worden aangebracht, met speetafel op een lift, zoodat organist en orgel voor de oogen van het publiek uit den grond verrijzen zullen. Het zal van de meest moderne constructie zijn, met al denkbare effecten. Vier orgelkamers aan weerszijden van het tooneel zullen er beschikbaar zijn.
Het wordt grooter dan het grootste orgel dat in Londen in gebruik is. Er zullen niet minder dan 3000 orgelpijpen zijn."
Hieruit blijkt dat Strunk, net als Standaart bij het AVRO orgel deed, schermde met steeds groter wordende orgels. Maar er werd bij het aantal pijpen ook graag naar boven afgerond. In de volgende beschrijving naar aanleiding van de opening sprak men over 2500 pijpen.
"Ter weerszijden van het toneel vindt men de orgelkamers voor het cinema-orkestorgel dat, het grootste van Europa mag worden genoemd en een pracht product is van Nederlandsche makelij. Het orgel is gemaakt door de firma Th. Strunk te Schiedam. Het bevat niet minder dan 2500 pijpen, de grootste dezer pijpen is 9,20 M lang. Het toneel heeft een opening von 15 M breed en 9 M hoog. De diepte von de "Bühne" is 6,40 M en boven het toneel is de hoogte niet minder dan 20 M. Voor het tooneel bevindt zich de orkestbak, die voorlopig buiten bedrijf zal blijven, behalve voor wat betreft de rechterhelft, waar de orgeltafel is opgesteld. Deze orgeltafel is een gouden monument, staat op een lift en tegelijk met den organist Piet Leechburch verrijst het tijdens de bespeling boven den rand van den orkestbak."
Er is een klankindruk te krijgen van een unieke geluidsopname van Leo van Swol (of Zwol), ca. 1938 op het orgel van het Rembrandt Theater ( * zie link onder artikel). De klank deed denken aan het City orgel, veel rond tibia-geluid, snelle en diepe tremulant, aangenaam en zeker ook nog muzikaal in het hoog. Strunk was een goede intoneur. Dit karakter is ook weer enigszins terug te horen in het Tuschínski-orgel. Dit was namelijk ook een orgel waar Strunk aan bouwde. Weliswaar als uitbreiding op het bestaande 6 ranks Wurlitzer orgel, maar de 4 stemmen van Strunk leggen duidelijk een stempel op de klank. Ook kreeg Tuschinski met deze uitbreiding een 4 manuaal speeltafel, Strunk hield blijkbaar van groot en imposant. Deze uitbreiding vond plaats eind 1940 en dat is natuurlijk opvallend want 'Tuschinski' stond in de oorlogsjaren onder Duits gezinde leiding en met een Duitse moedermaatschappij. De naam van het theater was in die jaren veranderd in "Tivoli Theater" want joodse namen waren toen besmet. Na de oorlog veranderde het gelukkig weer in Tuschinski. Cor Steyn had een adviserende rol bij die uitbreiding en was ook de eerste bespeler van het uitgebreide orgel.
Omdat Strunk zich nooit als Nederlander had laten naturaliseren werd hij op een gegeven moment door Duitsland voor dienst opgeroepen. Na de oorlog keerde Strunk nog wel terug naar Nederland maar mocht hier geen bedrijf meer vervolgen. Nadien heeft hij nog wel in Duitsland gewerkt, o.a. aan het studio orgel van de NDR in Hamburg, het befaamde Welte orgel waar Gerard Gregor bekend mee werd.
Strunk heeft ook diverse kerkorgels geplaatst, maar het is opvallend dat naast de uitbreiding van Tuschinski er maar 4 echte theaterorgels door hem werden gebouwd, veel minder dan Standaart dus. Toch hebben wij vandaag de dag nog veel plezier van Strunk's werk want het blaast nog steeds een flink partijtje mee.
Een tip: Cor Steyn heeft in de jaren 1936-1937 vele 78 toeren platen gemaakt op het City orgel. In 1985 heeft de VARA een aantal van die 78 toeren platen op langspeelplaat uitgebracht. Hierop is dus te horen hoe het City orgel in de beginjaren klonk. Drie nummers op deze lp zijn met zang van Topy Glerum en het nummer "Crying my heart out for you" is echt een juweeltje, voortreffelijk begeleid door Cor Steyn. Helaas is de lp allang niet meer verkrijgbaar, maar bij de internetshop" Fonos" is deze lp nu op cd te bestellen. Op de plaat van Cor Steyn op City ziet u overigens Cor Steyn achter het Tuschinski-orgel. Een foutje van de platenmaatschappij want de muziek is van het City orgel.
Ook moet u wel bedenken dat de originele bronnen die voor deze lp zijn gebruikt de 78 toeren platen uit 1936/37 zijn, de overbrenging is goed, maar wonderen kunt u niet verwachten. Overiens zijn bij Fonos nog meer theaterorgel LP's gedigitaliseerd, o.a. uit 1964 de (mono)lp van Jan Mekkes op Tuschinski, en de platen van Bernard Drukker op het AVRO-orgel en op het Radio Concert Orgel (Möller).