Vervolg AVRO-orgel (zie deel 5)
Waar kennen we deze gang van zaken toch van ....
In het tweede (en definitieve) dispositie-voorstel ontbrakken alleen de drie zachtste stemmen van de Trocadero, de Unda Maris, de Quintadena en de Dulciana. Daarmee kreeg het AVRO orgel dus 18 theaterorgelstemmen. Maar er was ook nog een koppeling naar een paar registers van het kerkorgel en daarmee werd het AVRO
orgel feitelijk nog iets groter dan het Trocadero-orgel. Het was duidelijk, Standaart wilde een top instrument leveren, dit zou Standaart's nieuwe meesterwerk moeten
worden. De meeste tongwerken werden weer bij Gottfried besteld, maar vermoedelijk heeft Standaart hier een foutje gemaakt. Wurlitzer had in zijn grotere instrumenten een "English Post Horn", een stem die meestal kortweg "English Horn" werd genoemd, zowel in de dispositie als op het registerlabel. Maar voor Gottfried was een "English Horn" niet hetzelfde als een" English Post Horn". Het kan haast niet anders of Standaart bestelde bij Gottfried een "English Horn" (zoals stond aangegeven in de Wurlitzer dispositie) en Gottfried leverde dus een echte English Horn, en dus geen "English Post Horn"!
En er is een groot verschil tussen deze beide stemmen. Dat is heel simpel als volgt aan te geven: Hoort u een briljante trompet dan is het een Post Horn, hoort u een beschaafd geknor dan is het een English Horn! Een wereld van verschil! Bij een kerkorgel zou de Post Horn een soort "Trumpet en Chamade" zijn, een register dat bij vol werk er nog overheen kan toppen. Echter, de gewone English Horn is gelijk aan het orkest instrument en zit in de familie van de hobo. Heel beschaaf dus...
Toch jammer, want elk orgel met meer dan 15 stemmen zou eigenlijk een Post Horn moeten hebben. Wat wel in het AVRO orgel zit is een echte "Brass Trumpet",
met mooi gepolijste koperen schalbekers! Die heeft ook een heldere klank, maar is milder dan een Post Horn. Overigens wel de enige echte Brass Trumpet die we in een Nederlands theaterorgel hebben. En zoals gezegd komen 18 van de theaterorgelstemmen netjes overeen met "De Trocadero", behalve dat die ene nou net niet een echte English Post Horn is ...
Helaas kwam Standaart tijdens de opbouw in financiële problemen: Ze gingen failliet en lieten de AVRO met een half orgel zitten, of beter gezegd twee halve orgels want het kerkorgel was ook nog lang niet klaar. De AVRO gaf toen Compton de opdracht het werk af te maken. Het kerkorgel werd praktisch geheel nieuw door Compton gebouwd, inclusief Compton pijpwerken dito speeltafel. Bij het theaterorgel heeft Compton wèl het bestaande pijpwerk van Standaart/Gottfried gebruikt, maar dan op eigen Compton windladen, met Compton regulateurs en tremulanten.
Dat betekende ook dat de door Standaart gebruikte diatonische opstelling (C staat links op de lade, Cis rechts, D links, Dis weer rechts enz.) vervangen werd door de chromatische opstelling van Compton (van laag tot hoog op één doorlopende rij).
Ook opvallend: Meestal staan ranks achter ellkaar opgesteld, meestal met de zachtere dichter bij de shutters stonden en de luidere achter in de orgelkamers. Maar opvallend genoeg heeft Compton er bij de AVRO voor gekozen de meeste stemmen op een rijen naast elkaar te plaatsen, met de kleinste pijpjes bij de shutters en de grootste achterin. Daarmee verviel de mogelijkheid om luidere en zachtere stemmen verschillende afstanden tot de shutters te geven. Dat geeft een ander klankbeeld.
Ook nam Compton de speeltafel mee naar Engeland om die te voorzien van Compton binnenwerk, registerschakelaars, klavieren en een eigen presetsysteem. Het Standaart relais werd ook vervangen door een Compton relais.
Tevens heeft Compton nog de percussie-instrumenten geleverd van hun gebruikelijke toeleverancier "Premier" maar gelukkig hebben ze de Deagan marimba (en vibraphoon?) hebben wel behouden.
Men kan nu de vraag stellen: Is het daarmee een echt Compton orgel geworden zoals op de speeltafel staat aangegeven? Sec bekeken is vrijwel al het pijpwerk van Standaart maar wel door Compton geïntoneerd. Maar zonder de typische Compton kenmerken als een metalen Tibia, een sonore Compton Tuba enz. is het geen typische Compton sound. Nee, we hebben een ander geluid, een herkenbaar" Standaart geluid". Voor mij is het daarom nog steeds Standaart orgel, daarmee deze fabrikant recht doen dat ze verdienen!
Met het failliet gaan van Standaart zou er nu tevens een dikke streep gezet moeten worden onder dit verhaal, maar er valt nog een klein vervolg te vertellen over het AVRO orgel.
We slaan Cor Doesburg's boek er weer op na en vinden dan nog de volgende feiten: Na de ingebruikneming bleek de luchttoevoer
onvoldoende te zijn en de actie van het relais niet snel genoeg.
Daarom zijn in de jaren daarop door Strunk (met André Fonteijn als bedrijfsleider) de metalen luchtkanalen tussen de regulateurs en de windladen vervangen
door wijdere houten kanalen en een aantal Compton regulateurs zijn door Laukhuff regulateurs vervangen (en uitgebreid?). Dat heeft ongetwijfeld voor een betere
luchttoevoer gezorgd. Ook kreeg het toetsrelais een pneumatische aansturing om de snelheid te verbeteren. Pierre Palla was daar blij mee!